Nieuwe wegen voor Machweg in Namibië

  • Machweg op safari
  • Uitzicht vanaf weg
  • Mowani kampeerplek
  • Sossusvlei Mountain Lodge
  • Sossusvalei 4x4 spiegel
  • Sossusvlei met eigen vervoer
  • Mile 41 Sossusvlei Namibië
  • Sossusvlei - Dead Vlei
  • Road House kampeerplek
  • Weg Namibië 2
  • Weg Namibië 1
  • Weg Namibië 3
  • Boekje lezen Namibië
  • Kasteel kampeerplek Namibië
  • Fish River Canyon Namibië
  • Skeletoncoast Namibië
  • Desert Horses Klein Aus

Nieuwe wegen voor Machweg in Namibië

Sinds ons vertrek uit Kaapstad 3 weken geleden, is alles anders. We moeten ineens zelf rijden, koken, afwassen, tent opbouwen, bed opmaken, kleren met de hand wassen, navigeren en de krenten uit de pap vissen waar het om de mooiste kampeerlocaties gaat. Beiden zijn we leken op kampeergebied. Deze voor veel Nederlanders populaire vakantiebesteding is tot nu langs ons heen gegaan en gekscherend zeiden we altijd kamperen is creperen. Zoals met zoveel dingen tijdens deze reis zaten we er met deze uitspraak volkomen naast. Na alles wat we dit jaar al hebben gedaan, kunnen we nu al zeggen dat deze road trip de kers op de taart is. We ervaren een intensiteit waar we wel over hoorden en lazen, maar waar we ons geen voorstelling van konden maken. Want naast alle huishoudelijke taken is er meer dan genoeg tijd om te genieten van het prachtige Namibië.

De gemiddelde kampeerdag

Rond een uur of 3 ‘s middags komen we aan op een camping waarvan we meestal via via hebben gehoord dat die goed is. Bij de bewaker regelen we een mooie plek met uitzicht en betalen voor de nacht. We hebben alle ruimte. Buren zijn er niet of ze staan lekker ver weg. Chris klapt de tent open en ik zet tafel en stoelen neer. Even uitrusten van de rit van gemiddeld 5 uur over zand-, zout- en gravelwegen. We nemen het uitzicht in ons op. Zover we kunnen kijken zien we meestal niets dat door mensenhanden is gebouwd. De natuur is ruig en het is droog. De mens is hier een klein onderdeel van het grote geheel. We hebben mazzel, precies waar wij ons kamp opmaken staat een grote acacia boom die ons behalve schaduw ook beschutting geeft tegen de wind. Ik kook wat op onze gasflessen: spaghetti met sardientjes, linzensoep met chorizo, curry met kip of we leggen een lekker stuk vlees op de braai. Terwijl Chris de bedden opmaakt, schenk ik wijn in onze plastic wijnglazen en dan kunnen we genieten van de mooiste zonsondergangen die we ooit hebben gezien. Als het rond een uur of half 8 donker wordt, wassen we af en daarna klimmen we meestal snel de beestenvrije tent in. Misschien lezen we nog even, maar de kans dat we als een blok in slaap vallen is groter. Wie had dat gedacht op een dun matrasje van 1 meter 20 breed? Zodra de zon rond 6 uur opkomt, staan we uitgerust weer naast de tent. In een uur ontbijten we en pakken we de boel weer in voor de volgende etappe. Wanneer we een dag rust inlassen, hangen we onze hangmat op, lezen we een boek of leggen we de kaarten uit voor het bepalen van de route. Onderweg is de omgeving waar we doorheen rijden steeds de attractie. Soms stoppen we om een stuk te lopen en heel vaak om foto’s te maken van de uitzichten die met woorden niet te omschrijven zijn zo mooi. Misschien dat het wel lukt om het gevoel met de foto’s over te brengen.

De wonderauto

In de aanloop naar de wereldreis hebben we overwogen om georganiseerd met een groep overland in een 4×4 bus van Zuid-Afrika tot Kenia te reizen. Snel van de ene naar de andere plek en hutje mutje met tentjes naast elkaar op een veld en niet zelf kunnen bepalen waar en wanneer je stopt. Dit past helemaal niet bij ons en zeker niet na 10 maanden van totale vrijheid. Die optie viel dus af en nu rijden we 6 weken op eigen houtje door Namibië en Botswana. In december eindigen we in Johannesburg en vliegen we door naar Tanzania. Uiteraard kun je van lodge naar lodge vliegen of als je het wat minder luxe doet met je eigen huurauto van plek naar plek rijden, maar als je zoals wij toch van een beperkter budget uit moet gaan, dan is kamperen het meest voor de hand liggend. Namibië is hier ook helemaal op ingesteld, want de meeste bezoekers zijn Zuid-Afrikaans en die houden van kamperen in de bush. Aangezien we ook door minder begaanbaar Botswana willen gaan rijden, hebben we gekozen voor een 4×4. Een tent op het dak is dan zo’n beetje de standaard en gezien de wilde dieren en schorpioenen, ook wel zo prettig.

Tot nu toe zijn we erg blij met onze compleet uitgeruste verhoogde Toyota Hilux die door Bushtrackers voor ons in Kaapstad is afgeleverd. Op de gravelwegen kun je ook met een gewone auto prima rijden, maar lekke banden en door elkaar geschudde ledematen zijn dan wel aan de orde van de dag. Onze auto en tent zijn minder dan een jaar oud en van alle kampeerbenodigdheden voorzien. Geen ongezellige slaapzakken, maar lakens, een dekbed en goede kussens. Alleen onze wijnglazen hebben we zelf aangeschaft. Daarnaast bieden ze al sinds het begin uitstekende persoonlijke service. Zelfs na honderden vragen van onze kant zijn ze nog geduldig en behulpzaam. Om deze reden rijden we dan ook zorgeloos zonder satelliettelefoon rond. Natuurlijk zouden we er met een Landrover stukken sexier uitzien, maar aan een Toyota kan bijna elke Afrikaan klussen, dus als je onverhoopt met pech komt te staan, dan toch maar liever met ons ‘bakkie’. Chris heeft uiteraard zijn research gedaan en volgens Topgear zijn deze auto’s überhaupt niet stuk te krijgen.

En waar leiden die nieuwe wegen dan toe?

Van kosmpolitisch Kaapstad zijn we in 2 dagen naar de eerste bestemming in het zuiden van Namibië gereden. Op dag 1 sliepen we nog op een wijngaard, maar daarna werd het landschap vooral droog, toen bij de Fish River Canyon, de grootste canyon van Afrika, nog wat droger en in de woestijn van de Namib Desert was de natuur op zijn droogst. Deze woestijn wedijvert met de Atacama over wie het oudst is. Beiden zijn ze in elk geval indrukwekkend, maar de Namib is toch net wat mooier. De Sossusvlei met haar beroemde zandduinen is een van Namibie’s grootste toeristische trekpleisters, maar nog steeds waren de aantallen auto’s bij zonsopgang op twee handen te tellen.

Namibië is een zeer dunbevolkt land. Iets meer dan 2 miljoen inwoners op een oppervlakte zo groot als Duitsland en Frankrijk samen. Op de wegen is bijna geen verkeer. Wanneer we 5 tegenliggers per uur tegenkomen is het veel en vaak zijn het dan vrachtwagens of toeristen zoals wij. Elke tegenligger wordt dan ook netjes gegroet en als er iemand met open motorkap langs de weg staat, dan stop je en vraag je op diegene hulp nodig heeft. Alle mensen die we tegenkomen zijn enorm vriendelijk. De zwarte bevolking heeft ook hier onder het apartheidsregime te lijden gehad, maar bij de mensen zien we veel meer goedlachsheid en joie de vivre dan in Zuid-Afrika. Dat leidt tot leuke gesprekken en interessante inzichten. Bijvoorbeeld de discussie over hoe wij wonen in Europa. Een camping medewerker vertelt ons dat hij in Frankfurt is geweest en dat hij Europa gaaf vindt, maar er nooit zou willen wonen. ‘Want in Europa moet je in een op elkaar gestapeld leenhuis wonen waarin je geen vuur mag maken en geen muziek kan maken wanneer je zin hebt omdat de buren dan boos worden’. Zit wat in, toch?

De campings waar we slapen zijn tot nu toe allemaal erg verzorgd. Soms hebben we zelfs een eigen douche en wc, maar er zijn ook keren dat we 200 meter moeten lopen naar de voorzieningen en geen elektriciteit hebben. Toch blijven we net op zo’n plek dan weer twee nachten hangen, omdat de locatie gewoon zo mooi is dat we ons er niet toe kunnen zetten om weer te vertrekken. Dit was bijvoorbeeld zo in de buurt van Aus in het zuiden van het land. Behalve wandelen, fietsen en naar de wilde woestijnpaarden kijken is er niets te doen en juist daardoor ervaren we ook een rust waar we al de hele reis regelmatig naar verlangen.

Na anderhalve week kamperen zijn jammergenoeg de verse groenten op, moeten de handdoeken en lakens even in een echte wasmachine en vinden we het leuk om anderen weer eens voor ons te laten koken. Kustplaats Swakopmund nemen we hiervoor als uitvalsbasis en vanwege de koude nachten kiezen we in plaats van een camping voor een eenvoudige hotelkamer. De plaats is dé zomerbestemming voor Namibiërs die aan de hitte van het binnenland willen ontsnappen, maar wij vinden er niets aan. Het is door de zeemist erg kil en vochtig, de stranden zijn niet bijzonder en rondom het dorp vind je niets anders dan kale woestijn. Gelukkig kunnen we wel boodschappen doen, lekkere vis eten en ons wifi-tekort weer compenseren. Met schone kleren en een opgeruimde auto zetten we na 2 dagen de reis voort richting het noorden. We hebben er weer helemaal zin in! Het wordt tijd voor het échte wilde dierenwerk, maar eerst moeten we daarvoor nog minstens 1600 kilometer afleggen.

1 reactie

  1. Geplaatst door Tikva op Beantwoorden

    Ziet er goed uit, lijkt me ook wel lekker dat je nu een echt goede auto hebt en overal naar toe kunt gaan.

Plaats je reactie

[google-translator]