In konvooi door de wildernis van Botswana

  • Moremi - Botswana - Third Bridge
  • Vastloper Chris
  • Savuti - Olifanten voor en achter auto
  • Road Savuti - Chobe
  • Moremi - Botswana - Giraffen
  • Savuti - Botswana - Buffels
  • Savuti - Botswana - Olifanten
  • Savuti - Botswana - Giraffe
  • Groepsfoto 1
  • Marlous voor auto Bushtrackers
  • Groepsfoto 2
  • Chobe - Botswana - Morning drive
  • Moremi - Botswana - Botten langs weg
  • Moremi - Botswana - Okavangodelta
  • Okavangodelta - Botswana - Uitzicht
  • Okavangodelta - Botswana - Boottour
  • Okavangodelta - Botswana - Nijlpaarden
  • Okavangodelta - Botswana - Vogel
  • Chobe - Botswana - Krokodillen
  • Scenic flight Okavangodelta 1
  • Scenic flight Okavangodelta 2
  • Scenic flight Okavangodelta 3
  • Chobe - Botswana - Boottour

In konvooi door de wildernis van Botswana

Eerste keren. Dit jaar staat er bol van. In Namibie schreven we er al over,  maar in Botswana doen we er nog een schepje bovenop. Voor de eerste keer écht 4×4 rijden, in een klein vliegtuigje over de delta vliegen, in de modder vast komen te zitten, nijlpaarden en olifanten op je kampeerplek op visite krijgen en nog veel meer.

Ontmoetingen om over naar huis te schrijven

Samen met Merel en Toni waar we al sinds Etosha mee optrekken en twee lifters steken we de grens over. Nog niet eerder ging dit zo snel en makkelijk. Eten en wijn wordt niet ingenomen en na het invullen van wat formuliertjes mogen we verder. Dat hadden we niet verwacht en door deze meevaller komen we al vroeg aan bij de afslag naar de camping die we voor ogen hebben. Daar krijgen we onze vuurdoop 4×4 rijden. 10 kilometer lang slingeren we over onduidelijke paden met diep zand tot we aankomen bij Guma Lagoon aan de Okavango rivier. Het uitzicht over het water is prachtig en het biertje welverdiend. Toni werkt in de autorally business en leert Chris de fijne kneepjes van het in diep zand rijden. Samen koken we en dat leidt weer tot een nieuwe ontmoeting: Peter en Julie, een Duits/Chinees stel uit Hong Kong dat met hun volledig verbouwde Toyota Landcruiser genaamd The Sanddragon, de wereld over reist. Het klikt en we besluiten gezamenlijk door de parken Moremi en Chobe te gaan rijden. De regentijd komt eraan en de staat van de wegen is onduidelijk. Aangezien je er echt in de wildernis zit, houden we ons voor de zekerheid aan het motto ‘better safe than sorry’.

Maun is het toeristische hart van Botswana. De kampeerplekken in de parken en de toegangsgelden moet je van te voren regelen en dit stadje is daarvoor de plek. Onze expeditie gaat 7 dagen duren en voor elke overnachtingsplek moeten we naar een ander kantoor. We zijn er druk mee, maar weten ondertussen ook nog onze kleren te wassen, boodschappen te doen en als kers op de taart een ‘scenic flight’ van een uur over de delta te doen. Maun ligt namelijk vlak aan de beroemde Okavango Delta, een van de 7 natuurwonderen van Afrika. De Okavango rivier vertakt hier in een binnenlandse delta waarvan het water uiteindelijk verdampt en nooit de zee zal bereiken.De uitgestrektheid van het gebied zie je het beste uit de lucht en inderdaad, het is prachtig. We zien enorm veel paadjes die de dieren gebruiken om bij het water te komen, maar ook de beesten zelf: groepen olifanten, buffels en nijlpaarden. Het allermooist zijn de uitzichten op de uitlopers van de rivieren en de moerassen.

In konvooi van Moremi naar Chobe

Na twee dagen hebben we alles op de rit staan en gaan we op pad. Binnen anderhalf uur staan we in Moremi, het nationale park in de Okavango delta. De 4×4 pret begint zodra we ons hebben gemeld bij de parkwacht en Chris wordt helemaal blij als we de eerste modderige waterput door moeten. Er zijn 3 aftakkingen en allemaal zien ze er in mijn ogen eng en diep uit. Dat er ook een droge detour is, ontdekken we pas later. Peter en Julie gaan eerst en Merel en Toni volgen met succes. Ik vind het doodeng en Chris kiest aangestoken door mijn zenuwen net een verkeerd spoor. Schuin staan we moervast in de modder en dat binnen 5 minuten na de parkingang. Niet grappig op dat moment, maar achteraf kunnen we er gelukkig om lachen. De Sanddragon heeft een lier en binnen 5 minuten staan we weer op het droge.

Gelukkig voor mij blijft het hierbij en behalve diep zand, komen we de eerste dag geen beren op de weg meer tegen. Wel zien we olifanten, giraffen en zebra’s, maar net zoals vanuit de lucht is het vooral het landschap dat indruk maakt. De nationale parken hebben in Botswana geen hekken en ook op de kampeerplekken ben je gewoon blootgesteld aan de natuur en haar bewoners. Dit betekent dat we vroeg eten en vlak na zonsondergang onze tenten induiken. Overdag rijden we via allerlei detours naar de volgende bestemming, maar niet zonder af en toe hopeloos te verdwalen. Ondanks dat dit qua dieren een van de dichtstbevolkte delen van Afrika is, hebben we geen geluk. Pas op de volgende camping in Xakanaxa blijken we een huisdier te hebben: een nijlpaard. Terwijl wij zitten te lunchen, loopt meneer rustig om ons heen te grazen. Je moet oppassen voor deze beesten, want als ze bang worden kiezen ze de kortste weg naar het water. De meeste menselijke doden door dierengeweld in Afrika zijn aan deze dieren te danken, dus we zijn gewaarschuwd.

Kenmerkend van een delta is natuurlijk dat er veel water is. In sommige gevallen worden bruggen gebouwd waarmee rivieren overgestoken kunnen worden, soms zijn die er niet en moet je dwars door het water heen of is er een pontje. In dit geval maken we kennis met een gecombineerde variant: een brug met water ervoor en erna. We staan bij een bekend referentiepunt dat Third Bridge heet en een paar minuten eerder hebben de bewakers van de camping ons nog deze kant op gestuurd zonder te zeggen dat er iets bijzonders aan de hand is. De weg zou prima begaanbaar zijn. Maar wat wij daar voor ons zien maakt mij Spaans benauwd. Er is geen andere weg, dus we gaan ervoor. Hoe het ons vergaat is met video vastgelegd.

Een wat minder spannende activiteit gerelateerd aan het water in de delta, zijn de boottochtjes die je er kan doen. Even niet over de wegen schudden, maar lekker achterover hangen terwijl het landschap aan je voorbij glijdt. Genieten! We zien krokodillen, nijlpaarden en allerlei vogels en charteren 2 middagen achter elkaar een boot.

Keukendienst en dierenwacht

‘s Avonds wordt er uiteraard gekookt. Er is in het park helemaal niets te koop, dus van te voren hebben we afgestemd wie wanneer voor het eten zorgt. Zielig zijn we allerminst, want met een beetje creativiteit komen de lekkerste salades van Merel, gegrilde ossenhaas van Peter en linzensoep van mezelf op tafel. Van restjes brood worden french toasts gebakken en aan wijn ook geen gebrek. Menig luxe lodge bezoeker heeft het waarschijnlijk minder goed.

De spanning wordt af en toe wel opgevoerd. Zo krijgen we tijdens het grillen van de biefstukken een olifant op bezoek. Het is hem om de blaadjes aan de bomen te doen, maar voor de zekerheid duiken we toch maar met vlees en al de auto’s in. Precies om deze reden staan we met onze drie auto’s één kampeerplek. Het beschut ons tegen de nachtelijke bezoekers. Rondom het kampvuur is het gezellig, maar de insecten winnen het elke keer weer. Zodra het donker is, taaien we snel af naar de tent waar we niet meer uitkomen tot rond een uur of half 6 in de ochtend. Pas dan zijn de hyena’s, wilde honden en wie weet wat nog meer weer vertrokken en is de kust weer veilig.

Op weg naar Savuti

Terwijl Merel haar vriend op het vliegveld afzet en een vriendin die met haar verder reist ophaalt, blijven wij met Peter en Julie in het park. Twee dagen doen we het rustig aan. De grootste uitdaging vormen onze nieuwe huisdieren bij de camping aan de Kwai rivier: bavianen, blauwaapjes en eerder genoemde olifant. Rustig eten zit er niet meer in, want alles wat een minuut op tafel ligt wordt door de apen geconfiskeerd. Ook tassen en camera’s zijn niet veilig en de auto’s moeten hermetisch afgesloten blijven.

Na een nacht met iets teveel dierengeluiden, verlaten we Moremi en zetten we koers richting de zuidingang van het Chobe National Park slechts enkele tientallen kilometers verderop. Daar ontmoeten we Merel weer, nu vergezeld door vriendin Tess. Allemaal zijn we klaar voor de etappe naar Savuti, een moerasachtig deel in het zuiden van Chobe. Veel mensen hebben ons gewaarschuwd over de begaanbaarheid van deze weg. Diep zand, water en kans op modder. Er zijn twee routes en voor de zekerheid kiezen we voor degene met het meeste zand. Een kilometer of 70 waar we de hele dag voor uit hebben getrokken. Reizigers die we eerder ontmoetten, durfden het niet aan en zijn buiten de parken om gereden, maar met 3 auto’s sterk zou het ons moeten lukken. Wat blijkt? De weg is kurkdroog en binnen 3 uur staan we op de camping van Savuti. Niks moeilijk, ja hobbelig, ja diep zand, maar op dat vlak zijn we inmiddels experts. De mannen zijn uiteraard hevig teleurgesteld en daarom besluiten we de volgende dag toch nog een stuk door het moeras te rijden.

Chobe staat bekend om haar grote concentratie olifanten en daar maken we al snel kennis mee. Meerdere kuddes van elk met tientallen olifanten blokkeren steeds onze weg. We kunnen soms niet meer voor- of achteruit en gezien het formaat van de beesten is het best spannend, zeker omdat er (super schattige) kleintjes bij zijn. We zien hier ook onze eerste grote kudde buffels die op zoek lijken te zijn naar water of vers gras. We wachten graag even tot ze allemaal de weg zijn overgestoken. De leeuwen en luipaarden laten zich helaas niet aan ons zien. Wat de dieren waarschijnlijk al weten, maar wij nog niet, is dat er onweer in de lucht hangt. ‘s Avonds barst het natuurgeweld flink los. Flitsen komen van alle kanten en het voelt alsof de tent door de wind bijna van de auto wordt gerukt. We horen olifanten en leeuwen brullen en zien in de verte een oranje gloed die van een vuur afkomstig zou kunnen zijn. Dat laatste blijkt loos alarm, maar desalniettemin is dit met stip de engste nacht tot nu toe. Het is tijd om de bewoonde wereld weer op te zoeken.

In een ruk naar Kasane

In Chobe zijn er net als in Moremi nog voldoende kampeerplekken en routes om onszelf dagen te vermaken, maar na 6 nachten wildernis is het tijd voor een beetje luxe en een slaapplek waar we niet elk moment van de dag waakzaam hoeven te zijn. In één ruk rijden we het park uit naar het dorp Kasane. We kiezen voor een lodge waar kampeergasten van alle lodge faciliteiten gebruik mogen maken. Dit betekent een groot zwembad, een spa en een leuke bar.

Drie dagen rusten we uit. We koken niet en eten in de paar restaurantjes die Kasane rijk is. Aangezien we na Namibie geen leeuwen meer hebben gezien en überhaupt nog geen luipaarden, besluiten we nog een poging met een gids te wagen. Het is heerlijk om een keer niet zelf te hoeven rijden, maar het geluk staat niet aan onze kant. De jagers hebben kennelijk hun maag al vol. Gelukkig zijn er dan altijd nog zebra’s, giraffen, allerlei antilopen en olifanten. ‘s Avonds zien we tijdens een boottocht op de Chobe rivier aan de grens met Namibië nog wel vechtende nijlpaarden en bij een prachtige zonsondergang toosten we op 12 mooie dagen met hele leuke mensen.

Na een kleine twee weken scheiden onze wegen. Merel, Tess, Peter en Julie steken de grens met Zambia over en wij rijden richting het zuiden van Botswana met het plan om nog een aantal parken te bezoeken voor we begin december weer in Johannesburg aankomen.

1 reactie

  1. Geplaatst door Charlotte en Roel op Beantwoorden

    Wauw wat een spannend verhaal weer! Al zijn we er zelf niet, tis toch altijd smullen geblazen! We kijken uit naar t volgende verhaal xxx

Plaats je reactie

[google-translator]